Een cliënt kan om verschillende redenen ongewenst gedrag vertonen. Dat is voor niemand fijn. Voor de cliënt niet en ook voor de verzorgenden niet. Ongewenst gedrag moet zoveel mogelijk worden voorkomen. Lukt dit niet, dan is het belangrijk om er op een goede manier mee om te gaan. Maar hoe doe je dat eigenlijk?
- Werk vanuit een open en positieve houding.
Gedraagt de cliënt zich anders dan normaal? Maak dan contact en blijf respectvol. Geef aandacht aan gewenst gedrag. Dit is effectief en geeft voldoening.
- Verplaats je in de cliënt.
Als deze zichzelf kan zijn, is gewenst gedrag het gevolg. Verplaats je hiervoor in de (culturele) achtergrond en schat in wat de wensen en behoeften zijn.
- Neem de cliënt serieus.
Maak contact en vraag om een reactie. Bouw aan een vertrouwensrelatie, komt afspraken na, wees consequent en voorspelbaar in je eigen gedrag. ‘Zeg wat je doet’ en ‘doe wat je zegt’.
- Blijf professioneel en hou het doel voor ogen.
Straal rust en zelfvertrouwen uit, stel grenzen en zet gesprekstechnieken en interactievaardigheden in. Zo kun je omgaan met emotioneel of ongewenst gedrag (verbaal en fysiek). Hierdoor kan je voorkomen dat het gedag niet verergert of het ombuigen naar gewenst gedrag.
- Wees alert op veranderingen bij de cliënt.
Let op veranderingen in de behoeften, het gedrag en de gemoedstoestand van de cliënt. Maak gebruik van structurele risicoanalyses, zodat verandering van gedrag inzichtelijk wordt. Maak veranderingen bespreekbaar en zet bewust een interventie in die daarop aansluit.
- Kijk naar jezelf.
Ken je eigen grondhouding, je gedrag (sterke en zwakke punten) en je communicatiestijl. Wees open over je gevoelens en kijk op de zaak. Gebruik feedback en emoties om je eigen handelen en dat van anderen te verbeteren.
- Doe het niet alleen!
Is er een cliënt met risicogedrag en/of gezondheidsproblemen? Schakel dan op tijd collega’s, gedragsdeskundigen, artsen, paramedici en andere hulpverleners in om te helpen. Deel ervaringen met je collega’s: wat werkt bij een cliënt en wat niet? Betrek ook het netwerk van de cliënt (familie, mantelzorger en anderen) bij het ombuigen naar gewenst gedrag.
- Houd je aan de normen.
Zorg dat je de veiligheidsnormen kent van jouw organisatie en afdeling en handel daarnaar. Wees je bewust van je eigen voorbeeldgedrag bij het hanteren van deze normen. Durf nee te zeggen bij onveilige situaties.
- Pak veiligheidsrisico’s aan.
Zie je knelpunten in het werkklimaat die tot onveiligheid leiden of kunnen leiden? Toon initiatief in het oplossen ervan.
Heb jij praktische tips om ongewenst gedrag door een cliënt te voorkomen? Deel ze hieronder!
Bron: Arbocatalogus